MENU
|
Petrus, de enthousiaste en vaak impulsieve volgeling van Jezus heeft twee brieven geschreven die in het Nieuwe Testament terecht gekomen zijn. De eerste daarvan sluit hij af met: "uw mede-uitverkorenen in Babylon en mijn zoon Marcus groeten u" (1 Petrus 5:13). Was Petrus dus de vader van Marcus? We weten dat Petrus getrouwd had, hij had immers een schoonmoeder, zo staat in Marcus 1:29. Maar of hij kinderen had en hoeveel, daar vertelt de Bijbel niets over. Wel kunnen we vermoeden dat er een relatie bestond tussen Marcus en Petrus. Vrijwel vanaf het begin van de kerkgeschiedenis wordt van Marcus gezegd dat hij het evangelie van Jezus heeft gehoord uit de mond van Petrus. Rond het jaar 125 na Chr. heeft de kerkvader Papias, die hoogstwaarschijnlijk mensen heeft ontmoet die de apostelen persoonlijk hebben gekend, Marcus de “tolk van Petrus” genoemd: “Marcus heeft ons schriftelijk overgeleverd wat door Petrus verkondigd werd”. In het Marcus-evangelie zijn heel wat passages die de invloed van Petrus verraden. Ik noem vier voorbeelden, vergeleken met de overeenkomstige passages uit Mattheüs en Lucas. 1 Marcus 1:29-31 Toen ze uit de synagoge kwamen, gingen ze rechtstreeks naar het huis van Simon en Andreas, samen met Jakobus en Johannes. Simons schoonmoeder lag met koorts in bed, en ze spraken met Jezus over haar. Hij ging naar haar toe, pakte haar hand vast en hielp haar overeind. Toen verliet de koorts haar, en ze begon voor hen te zorgen. Mattheüs 8:14-15 Toen Jezus het huis van Petrus was binnengegaan, zag Hij diens schoonmoeder met koorts in bed liggen. Hij raakte haar hand aan en de koorts verliet haar. Ze stond op en begon voor Hem te zorgen. Lucas 4:38-39 Na het verlaten van de synagoge ging Hij naar het huis van Simon. Simons schoonmoeder had hoge koorts, en ze vroegen Jezus om haar te helpen. Hij boog zich over haar heen en sprak de koorts bestraffend toe. Die verliet haar, en meteen stond ze op en begon voor hen te zorgen. De beschrijving van Marcus is het meest uitgebreid en het zou zomaar kunnen dat Petrus heeft gezegd: "wij kwamen in ons huis, samen met Jakobus en Johannes". |
Twee keer wordt de naam van Petrus apart genoemd - en dat vind je bij de andere evangelisten niet. De eerste keer is in hfdst.11, vergeleken met Mattheüs 21.
Marcus 11:20-21
Toen ze ’s morgens vroeg weer langs de vijgenboom kwamen, zagen ze dat hij tot aan de wortels verdord was. Petrus herinnerde zich het voorval en zei: ‘Rabbi, kijk, de vijgenboom die U vervloekt hebt, is verdord.’
Mattheüs 21:20
Toen de leerlingen dat zagen, vroegen ze verbaasd: ‘Hoe kan het dat die vijgenboom zo plotseling verdord is?’
De tweede keer is na de opstanding van Jezus. De engel zegt (hfdst.16 vers 7): “Ga terug en zeg tegen zijn leerlingen en tegen Petrus: “Hij gaat jullie voor naar Galilea, daar zullen jullie Hem zien, zoals Hij jullie heeft gezegd”.
Marcus beschrijft net als Mattheüs en Lucas een aantal voorvallen waar Petrus niet zo’n goede beurt maakt, zoals het moment dat Petrus Jezus tegenspreekt (Marc.8:33) en bij de verheerlijking op de berg (Marc.9:5).
Maar daar waar de andere evangelisten iets positiefs over Petrus te zeggen hebben, noemt Marcus dat niet. Bijvoorbeeld: dat Petrus heel dapper uit de boot stapt en naar Jezus toe loopt over het water (Mattheüs 14:28-31), laat Marcus expres weg, lees maar in hfdst.6:45-52.
Petrus heeft kennelijk teruggedacht aan hoe impulsief hij was en achteraf was hij daar niet trots op.
Als laatste noem ik Marcus 14:51-52. Toen Jezus gevangen genomen was “(probeerde) een jongeman, die alleen een linnen kleed aanhad, bij Hem te blijven, maar toen ook hij werd vastgegrepen, liet hij het kleed in hun handen achter en vluchtte naakt weg”. Was Marcus die jongeman?