Johannes bemoedigd(t)
 

Beste Johannes, 

Er zijn inmiddels vier volle weken voorbijgegaan sinds wij in Alphen aan de Rijn jouw vorige brief ontvangen hebben. Aan het slot daarvan stel je mij de vraag: “zijn er in jouw tijd mensen die zó gedreven of zelfs geobsedeerd zijn om iets van God te willen doen, dat het lijkt alsof ze een plaatsje in de hemel willen verdienen?”

Welnu, die zijn er absoluut. Al kan ik niet altijd inschatten of ze zo gedreven zijn omdat ze als het ware Gods genade willen verdienen, of omdat het een oprechte passie is voor de Heer en Zijn kerk. In mijn omgeving ken ik heel wat mensen die vol zijn van geloof, hoop en liefde en dat ook uitleven - daar ben ik heel dankbaar voor. Velen van hen zijn heel waardevol voor de opbouw van de kerk.

Helaas is er ook een heel negatieve en verdrietige kant hieraan. Namelijk deze: in de loop van de eeuwen heeft de kerk veel macht naar zich toegetrokken. Ook vele voorgangers hebben zich hier schuldig aan gemaakt. Macht en machtsmisbruik. Maar als er iets is dat níét past bij een volgeling van Jezus of een hoeder van de kudde, is het wel het gebruiken van macht. Dat is precies het tegenovergestelde van wat Jezus ons geleerd heeft: de minste willen zijn. Heeft Hij zelf daar niet een meesterlijk voorbeeld van gegeven, toen Hij de voeten van Zijn leerlingen waste?! “Wat Ik voor jullie heb gedaan, moeten jullie ook doen”, zei Hij bij die gelegenheid. Helaas heeft macht en misbruik van macht veel kapot gemaakt in de kerk en in de levens van mensen.

Minstens net zo erg is dat hoeders van de kudde naar de pijpen van de regeerders van deze wereld dansen. Ook dat is vaak gebeurd - en gebeurt nog steeds. Vorige week hoorde ik nog een pijnlijk voorbeeld daarvan. Een belangrijk kerkelijk leider in een heel groot land ten noord-oosten van de Pontos Euxeinos (gastvrije zee, maar niet heus), die jij ook kent als Pontos Melas (Zwarte Zee) beweert dat de oorlog die zijn despoot een paar weken geleden begonnen is, eigenlijk z’n oorsprong vindt in de landen ten westen van zijn land. Deze kerkleider noemt de oorlog een ‘kruistocht’ tegen een afvallig land en zijn despoot noemt hij een ‘godsgeschenk’. Wat vreselijk, dat je in ruil voor geld een oorlog goedpraat. Ik zie hier iets anti-christelijks in en herken wat jij in een van jouw andere brieven hebt geschreven: “het laatste uur is aangebroken. U hebt gehoord dat de antichrist zal komen. Nú al treden er veel antichristen op, en daardoor weten we dat dit het laatste uur is” (1 Johannes hfdst.2 vers 18).
Ik vind het vreselijk dat de naam van Christus en de goede naam van onze God zó misbruikt wordt. Moge God genadig zijn!
 
Het spijt me dat ik je deze keer niet veel positieve dingen kan schrijven. Maar dit doet mij pijn en ik maak me zorgen.

 

Door de tijd gescheiden, in Christus verbonden,

Johannes
 

 

 

Geliefde broeder in Albaniana,

Veel dank voor de brief die je me schreef. “Door de tijd gescheiden” - zo eindig je. Ik merk dat het me bijna niet lukt een beeld te krijgen van hoe jouw wereld eruit ziet. Enorm ingewikkeld, lijkt mij. En ook beangstigend. Ik hoor over oorlog en geweld.

Je schrijft over macht en misbruik van macht in de kerk. Wat vreselijk! Wat moet onze Heer daar veel verdriet over hebben. Het doet me denken aan Zijn woorden: “Ik laat jullie vrede na; mijn vrede geef Ik jullie, zoals de wereld die niet geven kan”. Als ik jou moet geloven - en dat doe ik natuurlijk - dan is die vrede heel ver weg in jouw tijd. Wat erg! Mag ik jou en je broers en zussen in Albaniana en omgeving bemoedigen met wat mijn neef er aan toevoegde (ik weet het nog goed): “maak je niet ongerust en verlies de moed niet”. Hij zei ook waarom: “de heerser van deze wereld heeft geen macht over Mij” en een dag later toen Hij voor Pilatus stond: “mijn koningschap hoort niet bij en is compleet anders dan deze wereld”. Houd daar maar aan vast en blijf dat vooral geloven!

Je verwijst naar mijn brief. Kennelijk is die bewaard gebleven en door de geslachten heen overgeleverd. Dat doet me goed. Niet omdat het om mij gaat - dat weet je wel - maar omdat ik in die brief ook veel nadruk heb gelegd op de liefde van de Vader, die door de Zoon geopenbaard is. Een stukje verderop in die brief heb ik geschreven: “wat u vanaf het begin hebt gehoord, laat dat in u blijven. Als in u blijft wat u vanaf het begin hebt gehoord, zult u in de Zoon en in de Vader blijven. En dit is wat Hij ons heeft beloofd: het eeuwige leven”. Geliefde Johannes, blijf dat altijd voor ogen houden; deze belofte overstijgt al onze angst en bezorgdheid.
 

Ik heb deze brief zo snel ik kon geschreven omdat er al een koerier klaarstaat te vertrekken naar het westen.

Johannes